Sevilla heeft recent en puur toevallig ‘een plaats in de Nederlandse geschiedenis’ verworven: hier hebben prins Willem Alexander en Máxima elkaar ontmoet. De romance begon op de Feria de Abril die samen met de Semana Santa tot de grootste en bekendste evenementen van de stad en zelfs van Spanje wordt gerekend. Feesten en genieten kunnen ze in de stad van de flamenco en van Carmen, van Don Quichote en de Barbier van Sevilla, van de 17de-eeuwse Spaanse meesters Velázquez, Murillo en Zurbarán; en de stad van de tapas. Nergens in Spanje vind je zoveel sfeervolle tapasbars waar van de namiddag tot laat in de avond gemoedelijk gegeten, gedronken en gebabbeld wordt. De Sevillanen houden van hun stad en bezoekers worden er verliefd op.
In dit artikel:
Schoonheid
‘Quien no ha vista Sevilla no ha vista maravilla,’ luidt een vaak gebruikt gezegde dat ongeveer vertaald kan worden als ‘Wie Sevilla niet heeft gezien, heeft geen schoonheid leren kennen’. Misschien klinkt dat een beetje chauvinistisch en overdreven, maar de hoofdstad van Andalusië is in ieder geval een heerlijke stad waar je rustig een paar dagen voor kunt uittrekken. Bezienswaardigheden zijn er genoeg: sfeervolle middeleeuwse straatjes en steegjes om gewoon rond te slenteren, het koninklijk paleis, Alcázaba, waarvan de bezichtiging al een paar uur in beslag neemt, de imponerende kathedraal, barokke paleizen, 19de-eeuwse herenhuizen, kerken versierd met azulejos, de Plaza de Toros, interessante musea.
Sevilla was hofstad van de Moren en later van de christenen, handelsstad en centrum van het koloniale Spanje in de Gouden Eeuw. Monumentale sporen van dat rijke verleden zijn overal in de stad terug te vinden. Parken, paleistuinen en de boulevard langs de rivier zijn de plekjes om te ontspannen, om even bij te komen van alle indrukken en de benen te strekken onder de sinaasappelbomen. Tot aangename verbazing van de bezoeker is Sevilla namelijk ook een stad van sinaasappelbomen. Het hele jaar hangen vruchten aan de bomen, maar in het voorjaar als de bomen in bloei staan en hun bloesemgeur in de lucht hangt, versterken ze de charme van Sevilla.
Kathedraal en Giralda
Wat cultuurliefhebbers tijdens een bliksembezoek aan Sevilla in ieder geval ook nog bezichtigen, is de kathedraal – die door de Unesco op de lijst van werelderfgoed is geplaatst – en de Giralda. De minaret Giralda, nu de klokkentoren van de kathedraal, is het bekendste monument van Sevilla en van verre zichtbaar. Met een hoogte van bijna 100 m steekt de toren letterlijk boven de stad uit. De combinatie minaret–klokkentoren symboliseert het Moorse verleden van het katholieke Spanje. De robuuste, vierkante toren komt misschien niet overeen met de standaardvoorstelling van een minaret, maar het is een type dat je in noordelijk Afrika, met name in Marokko, vaker tegenkomt. Als je goed kijkt herken je details die karakteristiek zijn voor de islamitische kunst: de zigzagbogen boven de zuilen en de ruitvormige ornamenten opgevuld met andere geometrisch decoraties. Na de christelijke verovering van de stad werd aan het oorspronkelijke ontwerp een etage met kerkklokken toegevoegd. De huidige bovenverdieping werd gebouwd in de 17de eeuw. De toren bestaat uit een kern van zeven, op elkaar gestapelde kamers. Tussen de kern en de buitenmuren loopt een hellend pad omhoog, naar de rondgang waar de klokken hangen. Vanaf hier genieten jaarlijks honderdduizenden toeristen van het uitzicht over kathedraal en stad. Op de spits van de toren staat El Giraldillo, een bronzen windvaan uit 1568 waar de toren de bijnaam Giralda aan heeft te danken.
Oorspronkelijk behoorde de minaret bij de Grote Moskee, die werd gebouwd tussen 1172 en 1176. De moskee werd met haar afmetingen (100 x 150 m) met recht groot genoemd. Op de plaats van de Grote Moskee van Sevilla is in de 15de eeuw een niet minder grote kathedraal gebouwd, die ongeveer de afmetingen van de moskee heeft aangehouden. Zo is de grootste gotische kerk ter wereld ontstaan, waar dan ook meer dan een eeuw lang aan is gebouwd. Uit de Moorse periode resteert naast de minaret ook de Patio de los Naranjas – zij het in gewijzigde vorm. Deze ‘Patio van de Sinaasappelbomen’ vormt de toegang naar kathedraal en Giralda.
Capilla Mayor en het graf van Columbus
Bij het betreden van de kathedraal wordt iedere bezoeker overvallen door de enorme ruimte, de hoogte en de strenge stijl kenmerkend voor de gotiek. Bijna in het midden staat een eerste pronkstuk, de Capilla Mayor (hoofdaltaar) met uitzonderlijke afmetingen van 18 x 28 meter. Dit kunstwerk is ontworpen door de Vlaamse kunstenaar Pieter Dancart in 1482, maar het kostte een eeuw om het altaar te voltooien. De altaarwanden zijn bijna helemaal bedekt met scènes uit het leven van Christus en Maria, alles in uiterst fijn houtsnijwerk. Gotiek domineert het hoogaltaar, terwijl in het prachtige houtsnijwerk van de koorbanken ook elementen uit de mudéjarstijl zijn te herkennen.
Wie tussen altaar en koor doorloopt, gaat recht op het monumentale graf van Columbus af. De bronzen kist wordt gedragen door vier beelden, die de vier Spaanse koninkrijken – Castilië, León, Aragón en Navarra – symboliseren. Overigens is het nog maar de vraag of het inderdaad de resten zijn van de ontdekkingsreiziger, die hier in 1899 te ruste zijn gelegd. Columbus stierf in Spanje in 1506, maar wenste begraven te worden in het eerste ‘nieuwe land’ dat hij ontdekte, de huidige Dominicaanse Republiek. Men gaat ervan uit dat zijn wens in 1547 werd gerespecteerd, maar dat zijn gebeente in 1795, nadat de Fransen het Caribische eiland in bezit hadden genomen, via Cuba is teruggekeerd naar Spanje. Op de Dominicaanse Republiek beweert men dat daarbij een verwisseling heeft plaatsgevonden en dat de laatste rustplaats van Columbus dus in de kathedraal van Santo Domingo, de hoofdstad van het Caribische eiland, is.
Capilla Real, de koninklijke kapel
Een architectonisch en kunstzinnig meesterwerk is de Capilla Real, de koninklijke kapel die in 1575 werd voltooid. De kapel met zijn indrukwekkende koepel is gebouwd in opdracht van Karel V ter ere van de katholieke vorst die Sevilla op de Moren veroverde, Ferdinand III, die hier zijn laatste rustplaats heeft gekregen. Links van Ferdinand ligt zijn zoon en opvolger Alfonso X, die zo succesvol de oosterse en westerse cultuur liet samensmelten. Blikvanger is het beeld van de Virgen de los Reyes, de beschermheilige van de stad.
Al deze bezienswaardigheden moet je zeker bekijken tijdens je vakantie in Andalusië.
Langs de route naar Sevilla
Het landbouwgebied ten oosten van Sevilla bestaat uit twee delen. De Vega de Sevilla is de smalle strook vruchtbare grond in het dal van de Río Guadalquivir. De Campiña omvat een veel groter gebied, waar graanvelden en olijfgaarden overheersen. In dit golvende, weidse landschap liggen enkele witte stadjes die een stop waard zijn: Carmona, Écija en Osuna. Carmona en Écija liggen vlak bij de snelweg Sevilla–Córdoba, Osuna bij de snelweg Sevilla–Málaga.