Huelva hoort niet in het rijtje mooiste steden van Andalusië. Het is de drukste havenstad van Andalusië, een beetje vervallen en bezit ondanks een rijke historie weinig indrukwekkende monumenten. Dat is te wijten aan de aardbeving in 1755 waarbij een groot deel van de oude stad verloren is gegaan. Huelva dateert, net als Cádiz, uit de tijd van de Feniciërs, die in het mondingsgebied tussen de Río Tinto en de Río. Odiel een haven stichtten. Zij gaven de nederzetting de naam Onuba. Ook in de Romeinse en Moorse tijd was Huelva een voorname haven: koper, pyriet en mangaan uit de Sierra Morena werden er verscheept. In de Moorse tijd was Welbah hoofdstad van een taifakoninkrijk. In 1257 werd de stad ingelijfd bij Castilië. Tijdens de grote ontdekkingsreizen in de 16de eeuw speelde de havenstad nog kort een beduidende rol, maar de positie van Cádiz of Sevilla heeft Huelva nooit kunnen evenaren. Dat verhinderde de stad niet om een groot monument ter ere van Columbus bij de haven op te richten, die zijn eerste expedities hier – of om exact te zijn in het stadje Palos de la Frontera 5 km ten oosten van Huelva – begon met zeelieden uit Huelva aan boord.
De verzanding van de haven heeft de stad parten gespeeld. Het probleem van de verzanding heeft men eind 19de eeuw opgelost door de bouw van een beweegbare metalen pier voor het laden en lossen van de schepen. De vrachttreinen reden tot aan de boot, zodat de boten in het diepe deel van de rivier konden blijven liggen. De pier werd tussen 1873 en 1876 door de Engelse ingenieur George Barclay Bruce gebouwd. Inmiddels is de haven uitgediept.
Aan de haven grenst het oude centrum, grofweg in een driehoek tussen de Avenida de Alemania en de Avenida de Italia. Aan de kop van het centrum, vlak bij de haven, ligt de Jardín del Muelle, een aardig parkje genoemd naar de ijzeren pier. Aan de andere kant van het park ligt de Plaza 12 de Octubre, vanwaar je direct in het oudste en enigszins vervallen gedeelte van de stad belandt.
De Iglesia de la Concepción is een blikvanger in de Avenida Alemania. De kerk is oorspronkelijk in de 16de eeuw gebouwd en na de aardbeving gerestaureerd. Het gebouw is niet bijzonder bezienswaardig, maar de kerk bezit werk van de beroemde 17de-eeuwse schilder Zurbarán. Het gebied rond de kerk is voetgangerszone en behalve om te winkelen ook uitstekend om tapas te eten.
Iets noordelijker, verder van de haven, aan de Plaza de San Pedro, staat de oudste kerk van de stad, de Iglesia de San Pedro. Ze is tijdens de 15de en 16de eeuw op de plaats van een oude moskee gebouwd. De barokke kerktoren is het visitekaartje van de stad.
Buiten het centrum vlak bij Parque Moret, een groot park met een sportstadion, ligt de bedevaartskerk Iglesia de Nuestra Señora de la Cinta, gewijd aan de beschermheilige van de stad. Ieder jaar wordt ze van 3 tot 8 september met een processie en een uitbundige fiesta herdacht. De kerk, niet meer dan een eenvoudige witte kapel, bezit een fraai mudéjarplafond en interessante azulejos waarop het bezoek van Columbus aan de kapel is afgebeeld. Columbus kwam hier na zijn eerste ontdekkingsreis om de Maagd te bedanken voor zijn behouden vaart. Eind juli, begin augustus wordt tijdens de fiestas Colombinas die reis herdacht en de banden tussen Spanje en Latijns-Amerika middels een groots cultureel programma aangehaald.
Museo Provincial en Barrio Reina Victoria
Interessanter dan het bezichtigen van de bescheiden monumenten in Huelva is een bezoek aan het Museo Provincial, aan de Alameda Sundheim in het verlengde van de Avenida de Italia die bij de Jardín de Muelle begint. Het provinciaal museum is goed ingericht in een modern gebouw en bezit een behoorlijk uitgebreide archeologische collectie die de hele benedenverdieping in beslag neemt. De archeologische vondsten zijn hoofdzakelijk opgegraven bij de mijnen van de Río Tinto. Ze geven een indruk van de antieke mijnbouw en eerder. Een sterk punt van het museum is dat er voorzieningen zijn getroffen voor blinden en slechtzienden. Er is een zaal ingericht waar de objecten gevoeld kunnen worden en een bijschrift in braille hebben. De tweede verdieping met werken van lokale schilders is minder boeiend.
Voorbij het museum, aan het einde van de Alameda Sundheim ligt de Plaza de España, en links ervan het warenhuis Tiendas Corrty’s, een filiaal van El Corte d’Ingles, wat ‘Residentie van de Engelsman’ betekent. Het is toepasselijk dat het populaire warenhuis hier staat, want aan de overkant staan Engelse mijnwerkershuisjes. De unieke wijk, die bekendstaat onder de naam Barrio Reina Victoria, is een van de hoogtepunten van Huelva. De wijk is in 1917 gebouwd door de Engelsen. De Engelsen hadden in die tijd de mijnen in handen en lieten deze huizen bouwen voor hun werknemers. De elite woonde in een villawijk in Punta Umbria, net buiten Huelva.